Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [in] den opgang van Luhith zal geween bij geween opgaan, want in den afgang van [13]Horonaim hebben [Moabs] wederpartijders een [14]jammergeschrei gehoord. 13. Waar men van Luhith afgaat naar Horonaim, gelegen in de laagte, dicht bij Luhith. 14. Hebreeuws, geschrei ener breuk, of der verbreking; dat is, een moord, of jammergeschrei der Moabieten, roepende tot elkander gelijk volgt; alzo Jes.15:5. Anders: de vijanden, die inbreuk riepen, heeft men gehoord.